Overige  

IEF 3344

Kleurende domeinnamen

Gerechtshof Amsterdam, 19 oktober 2006 (publicatie rechtspraak.nl 25 januari 2006), LJN: AZ6080. Industriële Handelsonderneming Quickprint B.V. tegen X, h.od.n. Drukkerij De Letter,

Handelsnaam- en domeinnaamgeschil. Geen regionale beperking, domeinnaam is adres, maar kan “kleuren” tot handelsnaam.

Eiser, de Industriële Handelsonderneming Quickprint B.V,  gebruikt sinds 1986 ook de verkorte handelsnamen “Drukkerij Quickprint” en “Quickprint”. X, die handelt onder de naam Drukkerij De Letter heeft in 1998 de domeinnaam www.quickprint.nl doen registreren en gebruikt deze voor de website van de drukkerij. Quickprint B.V. heeft in 2004 de domeinnaam www.drukkerijquickprint.nl laten registreren en gebruikt deze ook voor de website van haar drukkerij

Quickprint B.V. stelt dat het gebruik door X van de domeinnaam www.quickprint.nl inbreuk maakt op haar handelsnaamrechten. De Rechtbank Alkmaar heeft de vorderingen afgewezen. De rechtbank vond niet dat er sprake was van inbreuk op de handelsnaamrechten van Quickprint, omdat het bestanddeel “quickprint” in de loop der jaren in belangrijke mate aan onderscheidende kracht heeft ingeboet en in feite thans als beschrijvend moet worden aangemerkt, waardoor geen gevaar voor verwarring bij het publiek is te duchten. Bovendien zou een een domeinnaam slechts moeten worden aangemerkt als adres, respectievelijk vindplaats op internet, waarbij de eerste inschrijver vóór een latere gaat tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, waarvan in dit geval niet is gebleken. Het hof oordeelt anders.

Anders dan de rechtbank is het hof echter van oordeel dat de aanduiding “quickprint”, als (deel van een) handelsnaam weliswaar zekere beschrijvende kwaliteiten heeft met betrekking tot onder die naam uitgevoerde drukkerijactiviteiten en dus als zwak onderscheidend moet worden aangemerkt en daarom een beperkte bescherming geniet maar dat dit niet meebrengt dat die aanduiding iedere onderscheidende kracht als handelsnaam(bestanddeel) ontbeert.

In de door Quickprint B.V. gebruikte handelsnamen is het bestanddeel “quickprint” het kenmerkende bestanddeel en het is juist dát bestanddeel dat ook X, naar hij heeft erkend  en zoals ook uit zijn gebruik op de website blijkt, als (tweede) handelsnaam gebruikt voor (een onderdeel van) zijn drukkerijactiviteiten, naast de handelsnaam Drukkerij de Letter Bij een dergelijk gebruik door X voor activiteiten in dezelfde branche als Quickprint moet rekening gehouden worden met het gevaar dat het publiek beide ondernemingen zal verwarren.

Het oordeel dat het gebruik door X van de handelsnaam Quickprint verwarringwekkend is wordt niet anders doordat nog enkele andere drukkerijondernemingen gebruik maken van de aanduiding “quickprint” als onderdeel van hun handelsnaam, omdat dát gebruik steeds geschiedt tezamen met een duidelijk afwijkende andere naam of aanduiding, zodat daarom geen verwarring bij het publiek zal ontstaan. Die verwarring bij het publiek is naar het oordeel van het hof wél te duchten bij X gebruik van de handelsnaam “quickprint” zonder meer.

Nu beide partijen zich in ieder geval via internet richten op klanten in het gehele Nederlandse taalgebied wordt het verwarringsgevaar ook niet verminderd door het feit dat partijen in verschillende plaatsen zijn gevestigd.

Met de rechtbank is het hof van oordeel dat in beginsel een domeinnaam niet meer of anders is dan een adres van de domeinnaamhouder. Echter, X gebruikt de aanduiding “quickprint” op zijn website niet alleen als domeinnaam, maar ook als handelsnaam voor een deel van zijn bedrijfsactiviteiten(“Quickprint is onderdeel van drukkerij De Letter”, “Wij ontvangen U graag als klant van Quickprint”). Daarmee “kleurt” hij die domeinnaam tot handelsnaam. Deze is zozeer met het gebruik van Quickprint als handelsnaam verweven dat het gebruik van die domeinnaam moet worden aangemerkt als handelsnaamgebruik.

Lees het arrest hier.

IEF 3337

Oor/oog

sfrd.gifRechtbank Rotterdam 17 januari 2007, KG ZA 06-1138. Aventis Pharma S.A. en Sanofi-Aventis Netherlands B.V. tegen Euro Registratie Collectief B.V. (Met dank aan Edmon Oude Elferink van Houthoff Buruma).

Vonnis in kort geding over parallelimport, ompakken en heretikettering van geneesmiddelen; gegronde redenen voor verzet merkhouder. Ook heretikettering dient te worden beoordeeld aan de hand van de in jurisprudentie ontwikkelde ompakkingsvereisten. Anderhalf jaar stilzitten leidt niet tot rechtsverwerking.

Euro Registratie Collectief B.V. (ERC) importeert vanuit Engeland het combinatiegeneesmiddel Sofradex  (oor-en oogdruppels) en brengt deze als oordruppels op de Nederlandse markt. Producent van dit geneesmiddel en houder van het internationale merk Sofradex is Aventis Pharma. Haar Nederlandse licentiehouder, Sanofi-Aventis, verhandelt onder de merknaam Sofradex oogdruppels en oordruppels als twee afzonderlijke producten in Nederland. Deze producten zijn qua samenstelling identiek aan het combinatieproduct. Het CBG heeft de door ECR uit Engeland geïmporteerde oor-en oogdruppels als oordruppels geregistreerd.

Volgens Aventis maakt ERC inbreuk op haar merkrechten omdat ERC niet zou voldoen aan de in de jurisprudentie ontwikkelde ompakkingsvereisten. De rechtbank deelt deze mening niet en wijst de vorderingen van Aventis van de hand. ERC voldoet aan de vereisten van het Besluit etikettering en bijsluiter farmaceutische producten, aldus de rechtbank. Het feit dat op de verpakking van het betreffende product nog de oorspronkelijke tekst “Ear/Eye Drops” zichtbaar is, is niet voldoende om aan te nemen dat ERC een combinatieproduct aanbiedt in plaats van de volgens de CBG registratie toegestane oordruppels.

Ook het niet afplakken van het oord “Eye” op de buitenverpakking tast de aard van het product niet aan. Gelet op de CBG registratie (voor oordruppels) en de overige informatie op de verpakking en in de bijsluiter zal het voor de consument voldoende duidelijk zijn dat het gaat om oordruppels. Bovendien speelt in het oordeel van de rechtbank mee dat zowel het CBG als de Inspectie voor de Volksgezondheid hun goedkeuring hebben gegeven voor het verhandelen van het product door ERC in de huidige vorm.

Het plakken van een sticker over het merk Sofradex op de verpakking doet naar mening van de rechtbank ook geen afbreuk aan de reputatie van het merk. Deze merknaam is immers op meerdere plaatsen op de verpakking zichtbaar.

Lees het vonnis hier.

IEF 3325

Eerst even voor jezelf lezen.

- Rechtbank Rotterdam, 20 december 2006, HA ZA 04-423. Eiseres tegen Unifruit B.V.

Auteursrecht & logo’s. Samenvatting Rechtspraak.nl: “Gebruik logo's. Het Jaguar-logo is een werk in de zin van de Auteurswet. Het Poema-logo stemt dermate overeen met het Jaguar-logo dat een vermoeden van ontlening gewettigd is. De als tegenbewijs in het geding gebrachte verklaring van de ontwerper van het Poema-logo is onvoldoende om dit vermoeden te ontzenuwen. Bewijsopdracht met betrekking tot het openbaarmaken als bedoeld in artikel 8 Auteurswet. Het Jaguar-logo is tevens een bekend beeldmerk met onderscheidend vermogen. Gevaar voor associatie door gebruik van het Poema-logo aanwezig geacht.” 

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Rotterdam, 17 januari 2006, KG ZA 01-1183. Sanofi-Aventis B.V. tegen Euro Registratie Collectief B.V. (Met dank aan Edmon Oude Elferink van Houthoff Buruma).

Ompakken geneesmiddelen. Parallelimport. “Met betrekking tot de buitenverpakking is het enige verschil dat het woord “Eye” door de andere parallelimporteurs is afgeplakt met een klein stickertje Dit is onvoldoende om tot het oordeel te komen dat de presentatie van de door ECR geheretiketteerde Sofiadex producten dermate slordig is dat afbreuk wordt gedaan aan de reputatie van het merk Ook met betrekking tot de primaire verpakking is het plakken van een sticker over het merk Sofiadex onvoldoende om tot dit oordeel te komen Het merk is immers op meerdere plaatsen op de verpakking zichtbaar Het is voldoende duidelijk dat het gaat om Sofradex oor druppels.”

Lees het vonnis hier.

IEF 3285

Niet verenigbaar met openbare verkoop

bp.gifBeschikking Gerechtshof Den Bosch 17 januari 2007, R200601439. Bakker-Buiter tegen Meij-Schmitz (met dank aan Kees van Dijk, Van Veen Advocaten).

Een domeinnaam is een vermogensrecht. Conservatoir verhaalsbeslag op een domeinnaam is niet mogelijk. Hof corrigeert Rechtbank Den Bosch met betrekking tot geweigerd  beslagverlof op domeinnaam. Verhaalsbeslag wordt niet mogelijk wordt geacht nu een dergelijk  beslag niet kan uitmonden in een  executie via openbare verkoop gezien de aard van de domeinnaam.

Mevrouw Bakker-Buiter heeft verzocht haar verlof te verlenen conservatoir verhaalsbeslag en conservatoir beslag tot afgifte te leggen onder Meij-Schmitz op de domeinnaam beautypartners.nl, die Meij-Schmitz bij de SIDN heeft doen registeren. Onder deze domeinnaam is een website actief waarop schoonheids- en gezondheidsproducten worden aangeboden.

Bakker-Buiten stelt dat Meij-Schmitz door gebruik van die domeinnaam inbreuk maakt op haar woordmerk BEAUTYPARTNER alsmede op haar handelsnaamrecht. Ten slotte stelt zij dat er gegronde vrees (voor verduistering) bestaat dat Meij-Schmitz, geconfronteerd met een vordering tot afgifte van de domeinnaam, die naam aan derden zal overdragen teneinde juridische acties te frustreren.

De Voorzieningenrechter wijst het verzoek af omdat een domeinnaam als zodanig geen vermogensrecht is, noch een roerende zaak.


Het Hof is echter van mening dat “een domeinnaamregistratie in het onderhavige geval weldegelijk als vermogensrecht in de zin van artikel 3:6 BW kan worden aangemerkt. De registratie van een domeinnaam en het daarop volgend gebruik van die naam kunnen ertoe strekken, en dat zal zeker hier het geval zijn waar de domeinnaam wordt gebruikt in het kader van ondernemingsactiviteiten van Meij-Schmitz, haar stoffelijk voordeel te verschaffen. Daarbij komt dat de bedoelde domeinnaam kennelijk ook voor Bakker-Buiten een vermogensrecht vertegenwoordigt, nu zij de daarop sterk gelijkende naam heeft gedeponeerd en als handelsnaam gebruikt en inbreuk op de daaraan te ontlenen rechten als schadeveroorzakend aanmerkt.”


“3.1.2. de door Meij-Schmitz gebruikte domeinnaam zal bovendien overdraagbaar zijn omdat de SIDN in de praktijk aan overdracht haar medewerking verleent.”


Echter, het Hof acht het verhaalsbeslag niet toewijsbaar. Het beroep van bakker-Buiter op de jegens een ieder te handhaven merken- en handelsrechtelijke bescherming van haar handels- en domeinnaam is niet verenigbaar met openbare verkoop en overdracht aan een derde van daarmee strijdige of verwarringscheppende namen. Tevens is het hof van oordeel dat er onvoldoende vrees voor verduistering van de domeinnaam bestaat.


Het verzoek tot het leggen van een conservatoir beslag tot levering wordt door het Hof wel toegewezen.


Lees de beschikking hier.

IEF 3277

Eerst even voor jezelf lezen

Beschikking van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch 17 januari 2007, Bakker-Buiter tegen Meij-Schmitz (Met dank aan C.J. van Dijk, Van Veen Advocaten)

"Anders dan de voorzieningenrechter is het hof van oordeel dat een domeinnaamregistratie in het onderhavige geval weldegelijk als vermogensrecht in de zin van artikel 3:6 BW kan worden aangemerkt. De registratie van een domeinnaam en het daarop volgend gebruik van die naam kunnen ertoe strekken, en dat zal zeker hier het geval zijn waar de domeinnaam wordt gebruikt in het kader van ondernemingsactiviteiten van Meij-Schmitz, haar stoffelijk voordeel te verschaffen. Daarbij komt dat de bedoelde domeinnaam kennelijk ook voor Bakker-Buiten een vermogensrecht vertegenwoordigt, nu zij de daarop sterk gelijkende naam heeft gedeponeerd en als handelsnaam gebruikt en inbreuk op de daaraan te ontlenen rechten als schadeveroorzakend aanmerkt." Lees hier de beschikking.

Rechtbank Amsterdam 17 januari 2007, HA ZA 05-1929, Red Bull tegen Leidseplein beheer (Met dank aan Lars Bakers, Leidsegracht 3 Advocaten)

"Ondanks dat De Vries c.s. dezelfde kleuren gebruikt op haar blikje en flesje, zowel Red Bull als De Vries c.s. het element "Bull" gebruiken, het merk van Red Bull zeer bekend is en merk en teken voor identieke waren worden gebruikt, is de rechtbank van oordeel dat het door De Vries c.s. gebruikte teken en de door haar geregistreerde tekens zowel auditief, visueel als begripsmatig niet, althans onvoldoende overeenstemmen met het merk van Red Bull." Lees hier het vonnis.

IEF 3228

Subsidiariteit en proportionaliteit (5)

Kamerstuk 23490, nr. BM, 1e Kamer 2006-2007. Verslag schriftelijk overleg over het voorstel voor een richtlijn inzake strafrechtelijke maatregelen om de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten te waarborgen. Brief van de minister van justitie.

“Uw brief betreft de stand van zaken met betrekking tot de gewijzigde ontwerp richtlijn inzake strafrechtelijke maatregelen om de handhaving van intellectuele eigendomsrechten te waarborgen. Uw brief volgt op correspondentie over deze ontwerprichtlijn tussen de voorzitters van de beide Kamers der Staten-Generaal en de heer Frattini, vice-voorzitter van de Europese Commissie en commissaris voor Justitie, Vrijheid en Veiligheid.

De ontwerp-richtlijn is besproken in de JBZ-Raad van 4 en 5 oktober jl. Daaruit blijkt dat er grote verdeeldheid onder de lidstaten bestaat over de noodzaak en de inhoud van de richtlijn en over de wijze van behandeling ervan."


"Blijkens het verslag van deze Raad heeft het voorzitterschap geconcludeerd dat de onderhandelingen zullen worden voortgezet (Kamerstukken II 2006/07, 23 490, nr. 436). Het voorzitterschap heeft evenwel aan dit voornemen geen uitvoering gegegeven. Voor zover bekend is het aankomende Duitse voorzitterschap niet voornemens prioriteit aan deze richtlijn te geven.


Naar aanleiding van dit verslag heeft uw commissie twee specifieke vragen aan mij gesteld. Ik kan die als volgt beantwoorden.


1. Een meerderheid van de lidstaten, waaronder Nederland, heeft gepleit voor opschorting van de onderhandelingen in afwachting van de uitspraak van het Europese Hof in de nieuwe procedure over de inzet van strafrecht in de eerste pijler.


2. Nederland is van oordeel dat de noodzaak voor een strafrechtelijk kader voor de handhaving van IE-rechten op Europees niveau vooralsnog niet is aangetoond. Wat de reikwijdte betreft is Nederland van oordeel dat een eventuele richtlijn beperkt moet blijven tot IE-rechten die op communautair niveau zijn geregeld. In de verdere onderhandelingen zal voor elk afzonderlijk IE-recht moeten worden nagegaan of het nodig is dat de Gemeenschapswetgever de lidstaten verplicht tot strafbaarstelling van inbreuken op dit recht in de eigen wetgeving. Indien die vraag bevestigend zou moeten worden beantwoord, moet dit recht zo nodig worden geharmoniseerd.”


Lees het volledige kamerstuk hier. Eerdere berichten hier.

IEF 3172

Lief dagboek...

brn.gifJaaroverzicht Stichting BREIN, het  zogenaamde 'BREIN dagboek 2006':  “BREIN nam in 2006 meer dan 12.000 antipiraterij acties. Het meeste daarvan betrof internetpiraterij. Er werden onder meer 115 illegale p2p sites met meer dan 1,5 miljoen geregistreerde gebruikers afgesloten. Daarnaast werden 8580 internetadvertenties voor illegale dvd’s van film, muziek en interactieve software verwijderd. Ook waren er meer dan 200 civiele acties tegen piraterij op markten en illegale invoer. Tenslotte nam FIOD-ECD enkele tientallen strafrechtelijke acties.  De rechtspraak gaf in 2006 antwoord op twee belangrijke vragen: wanneer is een site illegaal en wanneer moet een ISP naam, adres en woonplaats (NAW) afgeven?

Lees het hele dagboek hier.

IEF 3119

Prijsverlaging

5euro.bmpNaar aanleiding van het grote succes van de .eu domeinnamen heeft EURid besloten de registratie en vernieuwingstaksen te verlagen van 10 naar 5 Euro.

"This substantial reduction is possible thanks to the huge interest in .eu and the high number of registrations. Note that this fee, set by EURid, is charged to the accredited .eu registrars and that they in turn set the prices for their customers. Many registrars bundle their services also to include web hosting and email packages, for instance. However, EURid is convinced that the price reduction will be carried forward and that end users will also benefit from reduced registration and renewal rates, given the competition between registrars."

Lees hier meer.

IEF 3100

Alle elf IE-rechten

Ook consumenten die producten kopen die inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten moeten vervolgd kunnen worden wegens heling. VVD Europarlementariër Manders heeft hiertoe een amendement op de Richtlijn Handhaving IE-rechten ingediend.
 
Stichting Vrijschrift stelt in een persbericht dat de formulering zo breed is dat het niet alleen gaat om de spreekwoordelijke nep Rolex op de zwarte markt voor 5 euro. Vrijschrift secretaris Ante Wessels: "Het gaat om alle producten, alle inbreuken, alle elf IE-rechten. Een pot huismerk pindakaas kan al inbreuk maken op een pot Calvé pindakaas. Hier hebben consumenten helemaal geen zicht meer op."

De richtlijn heeft vanaf het begin de aandacht getrokken. Het Max Planck Instituut voor Intellectueel Eigendom (München) en andere organisaties merkten op dat de richtlijn niet alleen piraterij van IE-rechten strafbaar stelt, maar ook zakelijke conflicten over de mate van bescherming die deze rechten bieden. Beide Kamers van het Nederlandse parlement kwamen unaniem tot de conclusie dat de Europese Gemeenschap met deze richtlijn haar bevoegdheden overtreedt en dat strafrechtlijke maatregelen al voorhanden zijn. Toch wil Manders nu ook consumenten in de strijd betrekken. De VVD in Den Haag is tegen de richtlijn, de VVD in Brussel voor.

Europarlementariërs Lehne en Fourtou hebben voorgesteld om "commerciële schaal" als voorwaarde te schrappen. Deze amendementen zullen als gevolg hebben dat het overnemen van een gedicht in een brief aan een vriend een misdrijf wordt. Lehne stelde ook voor "opzettelijk" als voorwaarde te schrappen.
 
Volgens de agenda van de juridische commissie van het Europees Parlement worden de amendementen morgen in stemming gebracht, maar bronnen binnen het EP melden dat deze stemming is uitgesteld tot januari.


Lees hier de voorgestelde amendementen (amendement 83 is van Manders). Lees hier persbericht Stichting Vrijschrift.

IEF 3025

Verwarring in Oosterhout (2)

rv.gifIn aansluiting op dit eerder bericht, meldt Omroep Brabantl dat “Het Oosterhoutse radiostation Veronic stopt met uitzenden onder die naam. Veronic was voor de rechter gesleept door de Hilversumse zender Veronica. Woensdag diende een rechtszaak en aansluitend besloten de teleurgestelde Oosterhouters dat ze kansloos waren en dat ze naar een andere naam moeten uitzien. Het radiostation gaat medio volgende week onder een nieuwe naam verder. De domeinnaam Veronic wordt overgedragen aan Veronica.”