Bedrijfsgeheime broncode geen reden om deskundige inzage te weigeren
Beschikking Rechtbank Den Haag 8 juli 2015, IEF 15103; ECLI:NL:RBDHA:2015:7833 (Autodesk tegen ZWCad Soft)
Beschikking ingezonden door Mark Egeler, Freshfields Bruckhaus Deringer. Auteursrecht. Bewijs. Know how. Autodesk ontwikkelt en verhandelt Computer-Aided Design-programma genaamd AutoCAD sinds 1982, de broncode is een bedrijfsgeheim. ZWSoft heeft een ZWCAD en ZWCAD+-versie op de markt gebracht. De voorzieningenrechter beveelde een kopie van de broncodes van ZWCAD+ af te geven [IEF 13846]. Autodesk verzoekt om een voorlopig deskundigenbericht om overname van (delen van de) broncode te bevestigen. De rechtbank houdt de beslissing niet aan ex 12 Rv tot in de Amerikaanse zaak - die enkel op handelingen daar betrekking heeft - de discovery is uitgevoerd. Dat de broncode een bedrijfsgeheim is, vormt geen gewichtige reden om inzage te weigeren via een deskundige. De deskundige ontvangt een onderzoeksprotocol en het voorschot op de kosten voor de deskundige (€125.000) dient Autodesk te deponeren.
gronden verzoek
4.7. Naar het oordeel van de rechtbank voldoet het verzoek van Autodesk aan de eisen van artikel 202 Rv. Het verzochte onderzoek dient er immers toe bewijs te verkrijgen van feiten die zij zal hebben te bewijzen in de Nederlandse bodemprocedure, te weten — samengevat — dat de broncodes van ZWCAD+ of delen daarvan overeenstemmen met de broncode van AutoCAD.
4.8. Het verweer van ZWCAD dat de beantwoording van de vraag of de broncodes van ZWCAD+ zijn ontleend aan de broncode AutoCAD een juridische vraag is die niet door een deskundige kan worden beantwoord, kan worden gepasseerd. Het deskundigenonderzoek heeft niet tot doel die juridische vraag te beantwoorden, maar de feitelijke vraag in hoeverre de broncodes van ZWCAD+ overeenstemmen met de broncode van AutoCAD.
4.9. Het verweer van ZWCAD dat zij de broncode van ZWCAD+ niet kan hebben ontleend omdat Autodesk de broncode van haar AutoCAD programma geheim pleegt te houden, kan evenmin doel treffen. Het verzochte onderzoek dient er immers onder meer toe om bewijs te verzamelen van de stelling van Autodesk dat haar geheimhoudingsmaatregelen op een of andere manier zijn omzeild.
4.10 (...) Het voorlopig deskundigenbericht dient er juist toe om Autodesk in de gelegenheid te stellen bewijs te verzamelen dat kan worden ingebracht in de bodemprocedure of dat Autodesk meer zekerheid geeft over de beslissing om de bodemprocedure al dan niet voort te zetten.
4.13. Het feit dat de broncode van ZWCAD+ een bedrijfsgeheim van ZWCAD is, vormt in dit geval geen gewichtige reden om de inzage te weigeren. In het kader van het onderzoek zal de broncode namelijk niet direct aan Autodesk ter beschikking worden gesteld, maar aan de deskundige en er zullen maatregelen worden getroffen om de vertrouwelijkheid ervan ten opzichte van Autodesk en derden te beschermen (zie het hierna beschreven protocol).
(...)
Daarom zullen de volgende, door ZWCAD geformuleerde vragen worden voorgelegd aan de deskundige:
1 (a) Zijn delen van de broncode van AutoCAD op identieke wijze in de broncode van ZWCAD+ 2012 en/of ZWCAD+ 2014 overgenomen?
1 (b) Indien het antwoord op vraag 1 (a) bevestigend is, om welke delen van de broncode van AutoCAD en ZWCAD+ 2012 en/of ZWCAD+ 2014 gaat het?
1 (c) Indien het antwoord op vraag 1 (a) bevestigend is, zijn deze overeenstemmende delen van de broncode het gevolg van het kopiëren van de broncode van AutoCAD in ZWCAD+ 2012 en/of ZWCAD+ 2014 of het gevolg van een of meer andere oorzaken, waaronder maar niet beperkt tot i) dezelfde schrijver, ii) hetzelfde algoritme, iii) dezelfde identifier names, iv) open source code of third-party code en/of v) de gebruikte tools voor codegeneratie?
2 (a) Zijn delen van de broncode van AutoCAD in vertaalde, bewerkte, herschikte of anderszins veranderde vorm in de broncode van ZWCAD+ 2012 en/of ZWCAD+ 2014 overgenomen?
2 (b) Indien het antwoord op vraag 2 (a) bevestigend is, om welke delen van de broncode van AutoCAD en ZWCAD+ 2012 en/of ZWCAD+ 2014 gaat het?
2 (c) Indien het antwoord op vraag 2 (a) bevestigend is, zijn deze overeenstemmende delen van de broncode het gevolg van het kopiëren van de broncode van AutoCAD in ZWCAD+ 2012 en/of ZWCAD+ 2014 of het gevolg van een of meer andere oorzaken, waaronder maar niet beperkt tot i) dezelfde schrijver, ii) hetzelfde algoritme, iii) dezelfde identifier names, iv) open source
code of third-party code en/of v) de gebruikte tools voor codegeneratie?
Santander wordt door L.A. benaderd die in de veronderstelling verkeerde dat hij een kredietverzekering bij hen had afgesloten, met als bewijs een valselijk met het logo/beeldmerk van Santander opgemaakte brief ter beschikking gesteld door Top-Incasso. Gedaagde licht toe dat hij geld nodig had en door wanhoop vanwege slechte persoonlijk en financiële situatie so heeft gehandeld, dat is onrechtmatig handelen en merkgebruik. Gedaagde wordt verboden van het merk gebruik te maken op straffe van lijfsdwang van 60 dagen per overtreding tot een maximumtermijn van 1 jaar.
Geen onrechtmatige publicatie. Gedaagde is auteur van het boek met de titel “Rotterdamse Penoze” met als subtitel “over kruimeldieven en keiharde killers”. Just Publishers is de uitgever van dit boek. Eiseres heeft over de schietpartij een interview gegeven aan een journalist van de Nieuwe Revu. In de nieuwspublicatie wordt zij met haar voor- en achternaam vermeld. Gestelde inbreuk op persoonlijke levenssfeer (uitsluitend) door vermelding van volledige naam is niet aannemelijk en de gestelde onrechtmatigheid van de publicatie is daardoor evenmin aannemelijk.
Mediarecht. Rechtspraak.nl: Verklaring voor recht dat NTR met de uitzending ‘
Merkenrecht. Parallelimport. Zie eerder
Franchise. In het zicht van de einddatum van de overeenkomst konden In de Gaper c.s. in redelijkheid overgaan tot de activiteiten voor de voortzetting onder de formule De Stadsdrogist. De activiteiten, zoals ontwikkelen beeldmerk, publiceren website en social media accounts, zijn veeleer voorbereidende activiteiten voor de nieuwe start ná de looptijd van de overeenkomst.
Franchise. Contractenrecht. Het assortiment, de prijsstelling, de benaming van de producten, de inrichting, uitstraling en het personeel van Dam Spirit is gelijk gebleven aan die van de Coffee Company. De voorzieningenrechter heeft Dam Spirit veroordeeld tot staken van het gebruik van de naam Coffee Company en verboden om een gelijksoortige horecaonderneming te drijven gelijksoortig aan de onderneming uit licentieovereenkomst [
Onrechtmatige publicatie. FNV heeft uitlatingen onder andere in verband met urenregistratie en misbruik van 15-jarigen bij supermarkt onvoldoende hard kunnen maken. Enig direct bewijs waaruit blijkt dat tijdens verschillende bijeenkomsten met het personeel is medegedeeld dat 15-jarigen zware werkzaamheden moeten uitvoeren, die wettelijk niet mogen, is niet overgelegd. Verbod verdere openbaarmaking. Daarbij weegt mee dat FNV suggestieve, strafrechtelijke getinte bewoordingen heeft gebruikt, zoals “misbruikt”, “sjoemelt” en “steelt”. Toewijzing
Als randvermelding. Wet op het financieel toezicht. Rectificatie. AFM heeft aan appellante een boete opgelegd wegens overtreding van de Wft. Appellante voert in hoger beroep met succes aan dat de overtreding niet door haar is begaan, en eist een rectificatie van de publicatie van het boetebesluit. Daar de Wft noch de Awb een grondslag biedt voor rectificatie van (onrechtmatige) publicatiebeslissingen kan het College niet ingaan op het verzoek om AFM te verplichten haar publicatie te rectificeren. Nu het primaire besluit zal worden herroepen is AFM op grond van artikel 8:80 Awb gehouden tot publicatie van deze uitspraak op overeenkomstige wijze als waarop zij het boetebesluit heeft gepubliceerd.