Overige  

IEF 5211

Loket gesloten

Jurlok.gifRechtbank Rotterdam, 29 november 2007, KG ZA 07-944, Stichting het Juridisch Loket tegen de Stichting Paralegal Expertise & Management (met dank aan Gregor Vos, Klos Morel Vos & Schaap).

Wel gemeld, nog niet besproken. Handelsnaamrecht. Stichting Juridisch Loket kan zich beroepen op handelsnaamrechten omdat zij een onderneming in de zin van de Handelsnaamwet is. Paralegal kan geen ouder handelsnaamgebruik aantonen. Overdracht domeinnaam juridischloket.info bevolen.

Stichting Het Juridisch Loket is de opvolger van de voormalige Bureaus Rechtshulp en wordt gefinancierd door de Raad voor de Rechtsbijstand. De rechtbank neemt aan dat de naam sinds 1 mei 2004 door de eiser wordt gebruikt. De Stichting maakt bezwaar tegen het gebruik van de naam Juridisch Loket door gedaagde Paralegal. Paralegal stelt echter dat zij reeds vanaf 12 november 2003 de handelsnaam Juridisch Loket gebruikt, aangezien zij de naam op die datum heeft ingeschreven in het handelsregister. Voorts stelt zij op 31 januari 2004 de domeinnaam juridischloket.info in gebruik te hebben.

De Rechtbank gaat eerst in op de vraag of Stichting Het Juridisch Loket een onderneming is in de zin van de Handelsnaamwet en zij zich op handelsnaamrechten kan beroepen:

 

"4.1 Er is sprake van een onderneming in de zin van de Handelsnaamwet indien materieel voordeel wordt nagestreefd. Dit materieel voordeel dient ruim te worden verstaan. Het Juridisch Loket heeft ten doel het realiseren van een effectieve en efficiënte toegang tot een kwalitatief goed stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. In dat kader verstrekt zij gratis juridische informatie en advies aan mindervermogenden. Zij beoogt daarmee onder meer die groep de kosten die aan commerciële juridische dienstverlening zijn verbonden, te besparen. Dit is voorshands aan te merken als een streven naar materieel voordeel in bovengenoemde zin. Ter uitvoering van dit streven begeeft het Juridisch Loket zich op de markt van de juridische dienstverlening. Zij heeft een aandeel in die markt en op grond van haar doelstelling belang bij het behoud en versterking van dat marktaandeel. Een en ander leidt tot het voorlopig oordeel dat het Juridisch Loket een onderneming in de zin van de Handelsnaamwet is."

Paralegal slaagt er niet in aan te tonen dat zij de naam Juridisch Loket eerder gebruikte dan Het Juridisch Loket. Haar stelling dat er geen verwarring tussen beide stichtingen zou zijn, neemt de Rechtbank niet aan:

4.4 Dat het gebruik van de handelsnaam Het Juridisch Loket door het Juridisch Loket van oudere datum is dan het gebruik door Paralegal van de handelsnaam www.juridischloket.info. Dat betekent dat het Juridisch Loket vanaf juni 2004 bescherming toekomst op grond van artikel 5 Handelsnaamwet tegen het gebruik van jongere, op haar handelsnaam gelijkende handelsnamen, voor zover er bij het publiek verwarring van de ondernemingen te duchten is. Dat die verwarring in dit geval te duchten is, is evident. Dat Paralegal “verkeerde bezoekers” altijd doorverwijst naar het Juridisch Loket, wat daar ook van zij, doet daar, anders dan Paralegal lijkt te betogen, niet aan af. Integendeel. Het bevestigt het gevaar van verwarring alleen maar.

Verbodsvordering en vordering tot overdracht domeinnaam juridisch loket.info worden toegewezen, evenals de vordering tot vergoeding van de volledige proceskosten ad € 19.235,-,

Lees het vonnis hier.

IEF 5159

Herkomstaanduidingenrecht

“Jenever mag alleen nog worden gemaakt in Nederland of België en enkele Duitse en Franse provincies. Ministers van Landbouw geven jenever de status van beschermde geografische aanduiding. (…)  Toenmalig minister Cees Veerman (Landbouw) opperde een jaar geleden bij zijn EU-collega's om jenever tot beschermd product te verklaren. Niemand had bezwaar, ook bij wereldhandelsorganisatie WTO klonk geen protest.”

Lees hier meer (Telegraaf).

IEF 5137

Eerst even voor jezelf lezen

HvJ EG, 22 november 2007, zaak C-328/06, betreffende een Spaans verzoek om een prejudiciële beslissing in de procedure Alfredo Nieto Nuño tegen Leonci Monlleó Franquet.

“Het Hof van Justitie (Tweede kamer) verklaart voor recht: Artikel 4, lid 2, sub d, van de Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, moet aldus worden uitgelegd dat het oudere merk algemeen bekend moet zijn op het gehele grondgebied van de lidstaat waar het is ingeschreven of in een aanmerkelijk gedeelte ervan.”

Lees het arrest hier.

HvJ EG, 22 november 2007, conclusie A-G BOT  in zaak C-446/05. Belgische prejudiciële vragen in strafzaak tegen Ioannis Doulamis.

„De artikelen 81 EG, 3, lid 1, sub g, EG en 10, tweede alinea, EG, in onderlinge samenhang gelezen, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale wet die tandverzorgers verbiedt, in het kader van een vrij beroep of een praktijk voor tandverzorging in enige vorm, hetzij rechtstreeks, hetzij indirect, publieksgerichte reclame voor hun diensten te maken.

Een dergelijke regeling vormt daarentegen een beperking van de vrijheid van vestiging en van het vrij verrichten van diensten in de zin van de artikelen 43 EG en 49 EG. Deze beperking is gerechtvaardigd uit hoofde van de bescherming van de volksgezondheid wanneer de in geding zijnde nationale wetgeving tandverzorgers niet verbiedt een eenvoudige en neutrale vermelding te doen opnemen in een telefoongids of in een ander openbaar informatiemedium teneinde aan hun praktijk bekendheid te geven, zoals een vermelding van hun identiteit, de activiteiten die zij mogen uitoefenen, de plaats waar zij deze uitoefenen, hun werktijden en de mogelijkheden contact met hen op te nemen.”

Lees de conclusie hier.

IEF 5090

Eénééntwee

Webwereld.nl bericht: “SIDN schort uitgifte van nummerdomein 112.nl op in afwachting van de uitspraak in het proces tussen de Staat en Bram Heerink. De nieuwe numerieke variant, 112.nl, blijft wel gereserveerd voor de Staat.

De Staat is nog in een rechtszaak verwikkeld met Bram Heerink, al jaren eigenaar van www.112.nl. Dat domein werd hem in eerste instantie door de rechter ontnomen, maar hangende het hoger beroep heeft Heerink beslag laten leggen op het domein.

(…) Volgens SIDN staat hun beslissing overigens wel geheel los van de door de advocaat van Heerink aangebrachte argumenten. De gewraakte clausule in het 'numerieke Sunrise-reglement' waarin 112.nl wordt gereserveerd voor de Staat, artikel 2.3, wordt dan ook niet geschrapt, zoals Heerink had geëist. Dit bevestigt een woordvoerster van SIDN.

Lees hier  meer (ook over www.117.nl). Weblog Heerink hier.

IEF 5079

Hotelvredebreuk

O.a. BN DE Stem bericht: "Vier 15-jarige Bredanaars worden door de Amsterdamse digitale recherche verdacht van meubeldiefstal uit Habbo-hotel, een virtueel hotel op internet. Een jongen (17) uit Gennep is zelfs opgepakt, volgens de politie 'de eerste keer ooit ter wereld' dat iemand vast zat voor virtuele diefstal.

(...) De vijf tieners worden ervan verdacht voor 10.000 euro meubels uit kamers te hebben gestolen en in hun eigen kamers te hebben gezet. Het leverde 'heel veel verdriet bij de slachtoffertjes' op. "Voor sommigen is het hotel echt hun hele wereld", aldus Marion Strumpel van Habbo-hotel.

De vijf konden de meubels stelen door de wachtwoorden van de spelers te ontfutselen. De jongen uit Gennep deed dat door de site van Habbo na te maken, op het moment dat kinderen erachter kwamen dat de site nep was, hadden ze hun wachtwoord al ingetikt."

Lees hier meer.

IEF 5069

Actieve- en passieve toneelbeleving

Rechtbank Haarlem, Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer. 11 oktober 2007, LJN: BB6572.

Belastingzaak. Dinnergameshows vormen geen toneel- en / of muziekvoorstelling. Het verlaagde tarief van 6 procent is niet van toepassing. 

“5.5. De rechtbank komt tot het oordeel dat de dinnergameshows geen toneel- en / of muziekvoorstelling vormen, en wel om de volgende redenen. Uit de aparte vermelding in de Wet van het gelegenheid geven tot sportbeoefening en het bijwonen van sportwedstrijden en -demonstraties, leidt de rechtbank af dat de wetgever onderscheid heeft willen maken tussen actieve en passieve sportbeleving. Naar het oordeel van de rechtbank geldt dit onderscheid ook voor toneel- en muziekuitvoeringen, zodat alleen de passieve bijwoning van een dergelijke uitvoering voor het verlaagde tarief in aanmerking komt.

Nu de gasten uitdrukkelijk worden uitgenodigd om zelf toneel te spelen en deze actieve deelname de sleutel tot een geslaagde bijeenkomst vormt, kan niet worden gezegd dat de gasten toegang wordt geboden tot een toneeluitvoering. De rechtbank concludeert uit de ter zitting getoonde film dat indien de gasten onvoldoende meewerken, de dinnergameshow het best te omschrijven is als een diner met muzikale omlijsting (de muzikale boodschappen, showtunes en acts). Deze omlijsting is echter niet van een dergelijk artistiek niveau dat kan worden gesproken van de schepping, de interpretatie of de uitvoering van een muzikaal werk. De dinnergameshow kwalificeert dus evenmin als een muziekuitvoering.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5068

Het verspreiden van geschriften

RBRotterd.gifRechtbank Rotterdam, 30 oktober 2007, LJN: BB7174. Strafzaak.

Strafrecht: Het plaatsen van een link is verspreiden. Althans, gelet op concrete omstandigheden van het geval; Internetzoekmachines hebben in beginsel niets te vrezen.

 “De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte links naar de onder de gedachtestreepjes 7 en 8 genoemde documenten 'Vergiftiging van de Ummah' en 'De honden blaffen en de karavaan gaat voort...' heeft geplaatst op het internet. Deze links zijn geplaatst op de website/MSN-groep.(…) Thans dient de vraag te worden beantwoord of het plaatsen van een link gelijkgesteld kan worden aan het via internet verspreiden van eerdergenoemde twee teksten.

De rechtbank beantwoordt die vraag in beginsel bevestigend in het geval een directe link wordt geplaatst. Door het plaatsen van een dergelijke link kan de lezer met slechts één handeling (te weten het klikken/dubbel klikken op de link) het onderliggende document opvragen en lezen. Het onderliggende document is daarmee zodanig verbonden met de link dat door het plaatsen van de link het onderliggende document in zekere zin onderdeel is geworden van het stuk waarin de link is geplaatst. In die zin wordt naar het oordeel van de rechtbank door het plaatsen van de link ook het onderliggende document verspreid.

De vraag die vervolgens moet worden beantwoord is of het enkel plaatsen van een link ook moet vallen onder de strafbaarstelling van artikel 132 van het Wetboek van Strafrecht. Die vraag is van belang omdat de rechtbank niet aannemelijk acht dat het de bedoeling van de wetgever is geweest om het enkele plaatsen van een link in alle gevallen onder die strafbepaling te laten vallen. Gevolg daarvan zou immers onder meer zijn dat (de exploitanten van) internetzoekmachines - die links produceren naar aanleiding van ingevoerde zoektermen - ook onder deze strafbepaling zouden komen te vallen als die links leiden naar opruiende geschriften en/of afbeeldingen. Bij bepaalde zoektermen is het immers onontkoombaar dat die links opleveren naar geschriften of afbeeldingen waarin tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag wordt opgeruid.

De vraag of met het plaatsen van een link het onderliggende document wordt verspreid in de zin van artikel 132 van het Wetboek van Strafrecht dient daarom te worden beantwoord aan de hand van de relevante concrete omstandigheden van het geval.

In het geval van de verdachte zijn die relevante omstandigheden dat zij een moslima is met een meer dan gewone belangstelling voor het jihadistisch-salafistisch gedachtegoed en dat zij actief is deze geloofsovertuiging uit te dragen via het internet door daar allerlei bestanden en stukken op te plaatsen. In ruim drie maanden tijd heeft de verdachte meer dan 65 artikelen geplaatst op het internet. In de bij het requisitoir gevoegde kopie van een gedeelte van het boek 'Strijdsters van Allah' (bijlage 2), zijn bijna 2 pagina's aan de verdachte gewijd. Daarin is onder meer te lezen dat Fadoua (de islamitische naam die de verdachte - zoals zij in haar verklaringen bij de politie ook heeft erkend - gebruikt) onder de naam SoS (Supporter of Sharia) teksten verspreid en actief is op een website waarop 42 artikelen, verwijzingen naar radicale buitenlandse sites en acht filmpjes staan, alsmede dat zij ook zelf schrijft. Kortom, 'Fadoua is zich steeds actiever op internet gaan manifesteren', zo valt er te lezen.

Gelet op het voorgaande en met haar kennis van zaken aangaande de islam kan het plaatsen van de betreffende links door de verdachte, niet anders worden gezien dan als een strafbare handeling als bedoeld in artikel 132 van het Wetboek van Strafrecht, te weten - kort gezegd - het verspreiden van geschriften waarvan zij ernstige reden heeft te vermoeden dat die opruiend zijn.

Lees het vonnis hier.

IEF 5067

Faits divers

I-depot. “Het BBIE heeft het genoegen u uit et nodigen voor de officiële lancering van het electronische i-Depot door Minister van Economische Zaken, Maria van der Hoeven. Daarnaast zal prof. Mr. Jaap Spoor, advocaat te Amsterdam, een korte inleiding geven onder de titel “U hebt géén idee…” De ceremonie vindt plaats op donderdag 29 november 2007 om stipt 15.45 uur ten kantore van het BBIE.

Pepernotenpietenband. Het muzikale toneelstuk de Pepernotenpietenband kan gewoon onder die naam doorgaan in de Hengelose schouwburg. De Diemense Pepernotenband eiste dat de schouwburg de naam veranderde, omdat inbreuk zou worden gemaakt op het merkenrecht. De band claimde dat zij schade zou lijden door de naamsgelijkenis. De rechter vindt echter van niet. (…) ‘De producten zijn 'niet zodanig vergelijkbaar', dat voor een verwarringsgevaar moet worden gevreesd bij het publiek', aldus de rechter.

Lees hier meer (Tubantia). Wie het vonnis heeft mag het vanzelfsprekend mailen).

Copyright Nature. Wat hebben een octopus en een ruimteraket gemeen? En wat is de overeenkomst tussen een stofzuiger en een vleermuis? Uitvinders hebben hun opzienbarende ontdekkingen vaak gewoon nageaapt van dieren, planten en het menselijk lichaam. Ontdek het vanaf 15 oktober a.s. in de tentoonstelling "Copyright Nature" bij Industrion!

Lees hier meer. 

Ontoelaatbare reclame. Het Commissariaat voor de Media legt de educatieve omroep RVU een boete op van 20.000 euro wegens ontoelaatbare reclame in de uitzendingen over Tony's Chocolonely in het programma Keuringsdienst van Waarde. Volgens het Commissariaat is de boete lager uitgevallen ,,omdat de marketing van de chocoladereep een journalistiek doel diende''
Lees hier meer (AD).

112. “Zoals reeds te lezen was op ISPam.nl ben ik erg verbolgen over het machtsmisbruik van de SIDN inzake de 112 kwestie. Er blijkt immers uit het Sunrise document voor de numerieke domeinnamen dat de SIDN het domein 112.nl op voorhand aanbiedt aan de Staat ter registratie. Het wordt dus aan deze Sunrise periode onttrokken.

Dit, terwijl er gewoon nog een hoger beroep loopt over www.112.nl. Het moge duidelijk zijn dat ik dit niet kan niet laten gebeuren. Vandaar dat vandaag de volgende fax is uitgedaan door mijn advocaat aan de SIDN.”

Lees hier meer. 

“Weblogger beboet wegens auteursrecht-inbreuk, schrijft Marketingfacts. En die is dan nog netjes. Elders lees ik blogposts over copyright-aasgieren, Kotsmos, Amerikaanse toestanden, Siciliaans aandoende intimidatie, chanteurs en provocateurs en zo kan ik nog wel even doorgaan. Henk Blanken is zowat het enige tegengeluid. Weblogster Cinner kreeg een blafbrief van een bedrijf genaamd Cozzmoss, dat “schendingen opspoort en de kosten voor u verhaalt op degene die inbreuk heeft gemaakt op uw auteursrecht.”

Lees hier meer (Ius Mentis).

Geen blote Willeke van Ammelrooy op Fred Haché-dvd-box - Bekijk nu de scène online! Een legendarische scène uit de Fred Haché-show van 18 mei 1972 ontbreekt op een dvd-box die 15 november uitkomt. Het is een scène waarin actrice Willeke van Ammelrooy naakt met een geklede Barend Servet in een badkuip staat, nadat Haché en Servet door de vloer van een restaurant gezakt zijn. Van Ammelrooy deed met succes een beroep op haar portretrecht, en liet de scène blokkeren voor heruitzending of verspreiding via beelddragers.”

Lees hier meer (VPRO).

Ontduiken thuiskopieheffing moet strafbaar worden. “De Europese auteursvereniging Gesac vindt dat het ontduiken van de thuiskopieheffing strafbaar moet worden. Dit staat in een rapport dat de organisatie donderdag publiceerde. Volgens het European Union Copyright Directive mogen de lidstaten een beperkt recht op thuiskopieën toestaan, maar dan moeten de rechthebbenden wel gecompenseerd worden voor het vermeende inkomensverlies.”
Lees hier meer (Tweakers). 

Cd/ dvd piraat“Onlangs deed de Rotterdamse strafrechter uitspraak in een strafzaak tegen een cd/ dvd piraat. De Spijkenisser G. de K. werd voor het herhaaldelijk en opzettelijk plegen van auteursrechtinbreuken door cd's en dvd's met muziek, films en interactieve software te kopiëren en verspreiden veroordeeld tot 200 uur werkstraf, waarvan 80 uur voorwaardelijk en een geldboete van 5000 euro.”

Lees hier meer.

Trots. “Rita Verdonk mag de slogan ‘Trots op Nederland’ best ‘lenen’ vinden ze bij het CDA. Maar dan slaan ze wel terug. In elk geval alvast op internet. Kamerlid Koopmans (CDA) heeft deze week tientallen domeinnamen met de tekst ‘trots op’ plus een provincie geclaimd. Want het was immers partijleider Balkenende die nog vorig jaar tijdens de verkiezingscampagne het land introk met de leus ‘ik ben trots op Nederland’, memoreert het Kamerlid. En ja, het CDA zal absoluut het motto blijven gebruiken, bevestigt een woordvoerder van de partij. Maar hoe claim je dat?

Lees hier meer (Volkskrant). 

Bloemlezing. “Nadat Prometheus had geweigerd om mijn gedichten uit de bloemlezing te halen en betoogde dat mijn gedichten sowieso zonder mijn toestemming mochten worden overgenemen, namelijk op grond van artikel 16 van de Auteurswet, heb ik via de Stichting Rechtshulp Auteurs juridische steun gezocht. Ik vond het onaanvaardbaar dat Prometheus mij op basis van de zogenaamde onderwijsexceptie probeerde te bewegen tot medewerking.

De tussenkomst van een advocaat leidde tot een gesprek met Prometheus dat heeft geresulteerd in een overeenkomst. Die behelst dat Prometheus mij een substantieel hoger bedrag betaalt voor de overname van mijn gedichten, aangevuld met een boete voor het feit dat Prometheus mijn gedichten publiceerde zonder mijn toestemming.”

Lees hier meer.

Peetweepee. “De bekende p2p-website Shareconnector.com is voorlopig uit de lucht. Op de site schrijft oprichter en beheerder Adi M. dat hij afgelopen maandag thuis een bezoekje heeft gehad van medewerkers van Stichting Brein, die hem ervan overtuigden om de site te sluiten of er zou een civielrechtelijke procedure worden gestart.’
Lees hier meer (Webwereld).  

Idee. “De familie Soerjaman uit Hoogezand gaat mogelijk naar de rechter, wanneer televisiezender SBS niet met geld over de brug komt. Het gezin zag onlangs in 'Het beste idee van Nederland' hoe iemand 25.000 euro won met een autogordel die losschiet bij contact met water. De 17-jarige Marciano Soerjaman claimt een soortgelijke gordel vijf jaar geleden al te hebben bedacht. Toen won hij er ook een prijs mee en registreerde het idee bij de belastingdienst.”

Lees hier meer (Fok!).

Pluk. “Er is geen sprake van inbreuk door pluk op het octrooi van AllisBlue. Pluk Company en KPN zijn van mening dat het octrooi van European Research Technology (ERT) met betrekking tot sms2mail technologie ongeldig is. Sterker nog, KPN is van mening dat ERT-partner Allisblue octrooien schendt die KPN toebehoren, aldus een reactie van KPN en Pluk op berichtgeving door Telecompaper afgelopen maandag. De Belgische bedrijven ERT (European Research Technology) en Alliblue lieten toen weten de rechtbank in Den Haag te hebben verzocht om Pluk Company te verbieden sms2mail-technologie verder te gebruiken.”

Lees hier meer (Telecompaper).

Eerste aanhouding wegens virtuele diefstal. De politie heeft voor het eerst iemand opgepakt wegens virtuele diefstal. Dat heeft een woordvoerder van de Amsterdamse digitale recherche dinsdag in het televisieprogramma Nova gezegd.

Lees hier meer (Telegraaf).

 

IEF 5063

Speelgoed

aquaplay.gifRechtbank ‘s-Gravenhage, 12 november 2007, KG ZA 07-1092, Playhold AB tegen Mio Mio B.V.

Inbreuk door merkgebruik in domeinnaam. Inschrijving in het handelsregister is voldoende om aan te nemen dat de handelsnaam wordt gevoerd. Behandeling door twee advocaten leidt i.c. tot matiging proceskosten.

Speelgoedfabrikant en eiser Playhold is rechthebbende op de Benelux- en  Gemeenschapswoord / beeldmerken  Aquaplay (klasse 28, spellen en speelgoed). Gedaagde Mio Mio verkoopt via internet speelgoed van o.a. Playhold. Sinds 2004 is gedaagde houdster van de domeinnaam www.aquaplay.nl, die tot voor kort was gekoppeld aan haar eigen website. Recentelijk heeft Mio Mio eveneens de naam Aquaplay  laten registreren in het handelsregister.

Mio Mio bestrijdt niet dat het gebruik van het teken ‘aquaplay’ in de domeinnaam www.aquaplay.nl als merkgebruik moet worden aangemerkt, maar stelt dat dit geoorloofd is. De voorzieningenrechter oordeelt anders: Het gebruik is niet is beperkt tot de verdere verhandeling van Playhold-speelgoed, gedaagde heeft niets ondernomen om tot een eventuele nietigverklairing van het merk te komen, van eventuele oudere rechten of een impliciete licentie is geen sprake en een geldige reden is i.c. in beginsel niet relevant.

“4.3. Daargelaten de gestelde gelijkheid van teken en merk, bestrijdt Mio Mio in ieder geval niet dat het teken ‘aquaplay’ in de domeinnaam zodanig overeenstemt met het aquaplaymerk dat daardoor verwarring bij het publiek kan ontstaan omtrent de herkomst van de waren en evenmin dat de waren waarvoor het teken wordt gebruikt gelijk zijn aan die waarvoor het merk is ingeschreven, zodat Playhold zich in beginsel op deze bepaling [Artikel 9 lid 1 onder b GMeVo  - IEF] kan beroepen. De omstandigheid dat Mio Mio op de website ook speelgoed aanbiedt dat door of met toestemming van Playhold onder het aquaplaymerk in de Gemeenschap in het verkeer is gebracht, maakt het gebruik van het teken niet toelaatbaar omdat het niet is beperkt tot de verdere verhandeling van juist dat speelgoed (vergelijk in dit verband HvJ EG 4 november 1997, nr. C-337/95, Dior/Evora).

4.4. Playhold kan zich daarom in beginsel verzetten tegen het gebruik dat Mio Mio van de domeinnaam maakt. Mio Mio heeft opgemerkt dat nog heeft te gelden dat het aquaplaymerk slechts onderscheidend vermogen heeft voor waterspeelgoed door de bijzondere schrijfwijze. Voor zover Mio Mio daarmee de geldigheid van het merk in twijfel heeft willen trekken, stuit dat af op het in artikel 95 GMeVo neergelegde vermoeden van geldigheid van het merk, zolang Playhold niets onderneemt om tot nietigverklaring van het merk te komen.”

“(…) 4.6. Mio Mio voert voorts tegen de vorderingen aan dat zij beschikt over een ouder recht. Zij stelt het navolgende. De domeinnaam is in 2001 geregistreerd door C. Vlaanderen. Vlaanderen gebruikte de domeinnaam voor internetverkoop van speelgoed onder de naam ‘Het Speelgoedhuis’. Mio Mio heeft de domeinnaam op 5 april 2004 van Vlaanderen gekocht en vervolgens gekoppeld aan haar website. Omdat de domeinnaamregistratie ouder is dan de merkregistratie van Playhold, heeft Mio Mio een geldige reden om de domeinnaam te gebruiken.

4.7. Voor zover Mio Mio aansluiting wil zoeken bij artikel 9 lid 1 onder c GMeVo gaat het verweer niet op omdat een geldige reden in beginsel niet relevant is wanneer, zoals in deze procedure, moet worden aangenomen dat gebruik van het teken plaatsvindt dat valt onder de omschrijving van artikel 9 lid 1 onder b GMeVo.

4.8. Playhold heeft daarnaast betwist dat Van Vlaanderen de domeinnaam heeft gebruikt. Mio Mio heeft dat gebruik niet aannemelijk gemaakt. In deze procedure moet er daarom van uit gegaan worden dat de domeinnaam pas in 2004, na registratie van het Gemeenschapsmerk, door Mio Mio in gebruik is genomen. Aan de enkele registratie van de domeinnaam door Vlaanderen kan Mio Mio in ieder geval geen rechten ontlenen, daargelaten de vraag of deze rechten op Mio Mio kunnen overgaan. Het voorgaande alleen al leidt er toe dat de bescherming van oudere rechten als bedoeld in artikel 107 GMeVo evenmin in beeld komt.”

“4.10. Uit de onder 2.8 aangehaalde, door Mio Mio overgelegde, e-mail moet worden afgeleid dat Playhold in ieder geval nog in oktober 2006 in de veronderstelling verkeerde dat de domeinnaam niet actief was en dat Playhold zich op het standpunt stelde dat de domeinnaam zou moeten worden overgedragen. Aan het belang van Mio Mio zou dan tegemoetgekomen worden door op de aan de domeinnaam gekoppelde website van Playhold een link op te nemen naar de webwinkel van Mio Mio. Daarom kan niet worden aangenomen dat Playhold een impliciete licentie heeft gegeven dan wel dat Playhold al zó lang op de hoogte is van het inbreukmakend gebruik, dat om die reden geen spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen meer kan worden aangenomen. (…) De recente registratie van de handelsnaam in het handelsregister versterkt het spoedeisend belang van Playhold bij de gevraagde voorzieningen.”

“(…) 4.13. De inschrijving in het handelsregister is, anders dan Mio Mio stelt, voldoende om aan te nemen dat Mio Mio de handelsnaam voert. Aannemelijk is dat zij door dit gebruik profiteert van de wervende kracht van het aquaplaymerk, te meer omdat Mio Mio niet bestrijdt dat het een bekend merk betreft en Mio Mio in haar onderneming waren verkoopt die gelijk zijn aan die waarvoor het merk is ingeschreven. Van een ouder recht is, zoals hiervoor is overwogen, geen sprake. Playhold kan zich derhalve tegen het gebruik van de handelsnaam verzetten op grond van haar Beneluxmerk en het bepaalde in artikel 2.20 lid 1 onder d BVIE en mogelijk ook op grond van artikel 5a Handelsnaamwet.”

De vorderingen van Playhold worden toegewezen. De domeinnaam dient te worden overgedragen en de handelsnaam dient te worden doorgehaald. De proceskosten worden gematigd:  Meer dan één advocaat was i.c. niet nodig. De kosten voor vertalingen voor de cliënt mogen wel worden opgevoerd.

“4.16. De voorzieningenrechter ziet geen enkele aanleiding te veronderstellen dat de in de overgelegde urenspecificatie opgegeven uren niet daadwerkelijk aan de zaak zijn besteed. Het aantal gewerkte uren (in totaal circa 100 uur) komt echter zodanig hoog voor dat de kosten daarvan niet als redelijk en evenredig voor rekening van Mio Mio kunnen worden gebracht. In dit verband valt op dat de zaak, ook ter zitting, is behandeld door meer dan één advocaat, wat niet verklaard kan worden door de complexiteit van de zaak. Het gaat hier om een feitelijk en juridisch niet zeer ingewikkelde zaak, die -gelet op hetgeen in vergelijkbare gevallen is gebleken- moet kunnen worden behandeld voor aanzienlijk geringere kosten. Wel wordt ermee rekening gehouden dat partijen min of meer uitvoerig hebben onderhandeld over een regeling van hun geschil, hetgeen kostenverhogend heeft gewerkt. Een en ander afwegend worden de redelijke en evenredige proceskosten (exclusief verschotten) begroot op € 15.000,-.

4.17. Het bezwaar van Mio Mio tegen de gemaakte kosten van vertaling van processtukken wordt verworpen. Het is begrijpelijk dat Playhold, binnen redelijke grenzen, kennis dient te nemen van de gewisselde processtukken om haar advocaat juiste instructies en informatie te geven. Die kosten dient Mio Mio te dragen. “

Lees het vonnis hier.

IEF 5027

Een technisch voorschrift

HvJ EG, 8 november 2007, zaak C-20/05, prejudiciële beslissing met betrekking tot de Italiaanse strafzaak tegen Karl Josef Wilhelm Schwibbert.

Het Hof van Justitie verklaart voor recht: “Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, zoals gewijzigd bij richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998, moet aldus worden uitgelegd dat nationale bepalingen zoals die welke in de hoofdzaak aan de orde zijn, waarbij ná de inwerkingtreding van richtlijn 83/189/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften, de verplichting is ingesteld om op compact disks met figuratieve kunstwerken het onderscheidende teken „SIAE” aan te brengen als voorwaarde om ze in de betrokken lidstaat te mogen verhandelen, een technisch voorschrift vormen, dat indien het niet aan de Commissie is meegedeeld, niet aan een particulier kan worden tegengeworpen.”

Lees het arrest hier.