Overige  

IEF 5284

Puur toeval

kpng.gifVzr. Rechtbank Amsterdam, 29 november 2007, KG ZA 07-1991, Koninklijke KPN N.V. en Getronics Pinkroccade Nederland B.V. tegen Jack de Vries Beheer B.V. (met dank aan Richard van Schaik, DLA Piper).

Vonnis in kort geding met betrekking tot de domeinnaam kpngetronics.nl. Inbreuk op merkrechten KPN en Getronics, gedaagde dient domeinnaam over te dragen aan KPN.

Op 16 maart 2007 verschenen berichten in de pers over een mogelijke verkoop van Getronics aan KPN. Drie dagen later heeft broer van Jack de Vries, de domeinnaam kpngetronics.nl geregistreerd. Aan sommaties van KPN om deze domeinnaam over te dragen werd geen gehoor gegeven. In augustus 2007 heeft gedaagde de woordmerken KPNGETRONICS en KPNG gedeponeerd voor waren in klasse 9. Hiertegen is oppositie ingesteld door eiseressen. Op 22 augustus 2007 heeft Jan de Vries de gewraakte domeinnaam overgedragen aan gedaagde.

KPN en Getronics eisen onder meer dat gedaagde ieder gebruik en/of registratie van de woorden KPN en/of GETRONICS of daarmee overeenstemmende tekens - waaronder het gebruik/registratie van de domeinnaam kpngetronics - staakt en gestaakt houdt, en deze domeinnnaam overdraagt aan KPN.

De voorzieningenrechter is niet onder de indruk van het verweer van gedaagde. Dit verweer houdt onder meer in dat er een geldige reden zou zijn voor het gebruik van de domeinnaam omdat  de afkorting KPN zou staan voor de bedrijfsbenaming van gedaagde: Pinautomaten en Kassa’s Nedpin, en getronics slechts de gebruikelijke benaming zou zijn voor ‘electronische gemaksapparatuur’.  De voorzieningenrechter acht het ook ongeloofwaardig dat de registratie van de domeinnaam die overeenkomt met de merken van eiseressen vlak na de bekendmaking van een mogelijke overname van Getronics door KPN ‘puur toeval’ is. Illustratief is dat gedaagde ook combinaties als rtltalpa, barclaysabnamro en essentnuon als domeinnaam heeft geregistreerd. De vorderingen van KPN en Getronics worden dan ook toegewezen, met veroordeling van gedaagde in de volledige proceskosten (€17.311,99).

Lees het vonnis hier.

IEF 5281

Eerst even voor jezelf lezen

1-Vzr. Rechtbank Breda, 18 december 2007, KG ZA 07-633, Sport Direct B.V. c.s. tegen Sports Direct International B.V.(met dank aan Diederik Stols, DLA Piper).

Merk- en handelsnaamrecht. “De grens van bescherming van beschrijvende handelsnamen wordt echter bereikt als de gevraagde bescherming zou leiden tot monopolisering van alegemeen beschrijvende woorden, zodanig dfat anderen ze niet meer zouden kunnen gebruiken als aanduiding vanhun onderneming. In het onderhavige geval staat het SDI dan ook vrij om de beschrijvende woorden “Sports” en “Direct te gebruiken.”

Lees het vonnis hier.

2-Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 december 2007, KG ZA 07-1393, Abol B.V. tegen Postelmans Beheer B.V. & De Bandengids B.V.

Handelsnaam/domeinnaamrecht. “4.4. Deze gang van zaken heeft ertoe geleid dat Abol enerzijds en De Bandengids anderzijds een internet-winkel voor banden zijn gaan voeren waarvoor zij als handelsnaam ‘bandenwinkel.nl’, respectievelijk ‘debandenwinkel.nl’ gebruiken. Het verschil in deze handelsnamen is zo gering dat gevaar voor verwarring te duchten is. Het publiek zal immers niet verwachten dat ‘bandenwinkel.nl’ naar een andere onderneming verwijst dan ‘debandenwinkel.nl’. Nu het gebruik door De Bandengids van ‘debandenwinkel.nl’ van latere datum is dan het gebruik van ‘bandenwinkel.nl’ door Abol dient het gebruik door De Bandengids van de jongere, verwarringwekkende, handelsnaam te worden gestaakt.”

Lees het vonnis hier

3-Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 december 2007, HA ZA 06-3850, Nexans Norway A.S. tegen Aker Kvaerner Subsea A.S.

Octrooirecht. "4.1. De rechtbank volhardt bij al hetgeen in het tussenvonnis van 25 juli 2007 is geoordeeld en beslist. Kort gezegd achtte de rechtbank in dat vonnis conclusie 5 (en de daarvan afhankelijke conclusies) nieuw en inventief maar heeft zij partijen verzocht zich nader uit te laten over de geldigheid van conclusies 1 en 8 en de daarvan afhankelijke conclusies. Meer specifiek was een nadere toelichting geïndiceerd omdat Aker Kvaerner zich in het kader van het door Nexans gestelde gebrek aan nieuwheid en uitvindingshoogte van de conclusies heeft beroepen op de maatregel van het geheel opnemen en omgeven van de kanalen/kabels door de langwerpige kanaalelementen (“final enclosure”), welke maatregel, anders dan bij conclusie 5, evenwel niet in conclusies 1 en 8 en daarvan afhankelijke conclusies lijkt te zijn terug te vinden.”

Lees het vonnis hier.

4-Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 december 2007, HA ZA 06-2209, Stichting De Thuiskopie tegen Crios Holding B.V. c.s.

Auteursrecht. “4.4. Daarmee staat vast dat er blanco gegevensdragers zijn verkocht op de stand gehuurd door Crios waarover geen thuiskopievergoeding is afgedragen. Namens Crios is voorts bevestigd dat zij de verkoop verzorgde zodat zij opgaveplichtig is te achten in de zin van artikel 16ga Aw. Bij deze stand van zaken en nu voorts niet op enige manier is opgehelderd voor welke gegevensdragers wel een vergoeding zou zijn afgedragen, dient Crios over haar gehele voorraad zoals door Stichting de Thuiskopie berekend aan de hand van de constatering en de beslaglegging de thuiskopievergoeding te voldoen en daarover rekening en verantwoording af te leggen.”

Lees het vonnis hier.

5-Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 december 2007, HA ZA 05-681 & HA ZA 06-1589, Fleuren Presspack B.V. tegen V.O.F. Handelsonderneming Ruvo en vice versa

Octrooirecht. “2.5. EP 133 heeft eerder ter toetsing voorgelegen. (…) In die procedure waren de feiten (documenten) en gronden - met uitzondering van een ontvankelijkheidsverweer - dezelfde als in de onderhavige procedures. De procedure tussen Ruvo en Ceres heeft geleid tot een arrest van het gerechtshof te ’s-Gravenhage van 17 augustus 2006 (rolnummer 03/1269). Daarin heeft het hof, onder verwijzing naar JP 59- 191596, conclusie 1 van het Nederlandse deel van EP 133 vernietigd wegens het ontbreken van inventiviteit.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5238

Het overgenomen merk

clyse.gifGerechtshof ’s-Gravenhage, 29 november, rolnr. 05/1609, Canna B.V. tegen Glas (met dank aan Huib Berendschot, AKD Prinsen Van Wijmen).

Hoger beroep in deze zaak. In eerste instantie was het nog CANNA tegen CANNALYSE,  maar door merkovername (van een ex-medewerker van gedaagde) kan eiser zich in dit beroep op het merk CANNALYSE beroepen en ziet zijn vorderingen nu wel toegewezen. Geen overdracht .com domeinnaam, omdat het verbod slechts ziet op de Benelux en de domeinnaam ook gebruikt kan worden op een manier waarmee geen inbreuk in de Benelux wordt gemaakt.

Na het vonnis van de Rechtbank Den Haag van 5 oktober 2005, waarin werd geconcludeerd dat het merk CANNALYSE van gedaagde geen inbreuk maakte  op eisers niet-onderscheidende CANNA, heeft eiser het Beneluxmerk CANNALYSE overgenomen van een derde, een naar het lijkt ex-medewerker van gedaagde. Eiser beroept zich nu in hoger beroep primair op dit merk, Gedaagde heeft geen bezwaar gemaakt tegen de eisvermeerding.

Partijen twisten over de rechtmatigheid van het handelen van de genoemde derde en over wie de merknaam nu eigenlijk heeft bedacht, maar van overtuigend bewijs of reeds genomen juridische stappen door gedaagde tegen deze derde is geen sprake en het hof gaat er derhalve voorshands van uit dat het merk rechtsgeldig is overgedragen. Nu er sprake is van identieke tekens voor identiek waren is inbreuk een gegeven.

“8. Het hof acht aannemelijk dat door het gebruik van het teken CANNALYSE door Glas inbreuk in de zin van artikel 2.20, lid l, sub a, BVIE (artikel 13A, lid 1, sub a, BMW) wordt gemaakt op de rechten van Canna met betrekking tot haar merk CANNALYSE. Het door Gias gebruikte teken CANNALYSE is immers gelijk aan het merk en wordt gebruikt voor een testkit waarmee de werkzame stoffen in cannabis kunnen worden geanalyseerd, derhalve waren waarvoor het merk is gedeponeerd. Glas heeft dat op zichzelf ook niet gemotiveerd betwist. Niet gesteld of aannemelijk is geworden is dat het merk CANNALYSE ieder onderscheidend vermogen mist. Het op die merkrechten van Canna gebaseerde inbreukverbod is derhalve toewijsbaar. Dat geldt in zoverre ook voor de vordering tot veroordeling tot het betalen van dwangsommen. Nu het hier gaat om een Benelux-merk zal het inbreukverbod slechts gelden voor de Benelux.”

De .com domeinnaam van gedaagde hoeft echter niet te worden overgedragen, nu deze ook op niet-inbreukmakende wijze kan worden gebruikt:

“Wat betreft het onder 8 gevorderde bevel tot overdracht van de domeinnaam www.cannalyse.com door Glas aan Canna merkt het hof op dat Glas door toewijzing van het inbreukverbod het teken Cannalyse en dus ook de domeinnaam, niet kan gebruiken in de Benelux. Het hof is voorshands van oordeel dat sprake is van gebruik in de Benelux indien het gebruik daarvan in het bijzonder (mede) op het publiek in de Benelux is gericht, respectievelijk op het Benelux-publiek de indruk moet maken in het bijzonder daarvoor (mede) bestemd te zijn. Deze domeinnaam kan ook gebruikt worden op een manier dat daardoor geen inbreuk in de Benelux wordt gemaakt, zodat Glas bij het behoud daarvan belang kan hebben. In het licht daarvan is het hof voorshands van oordeel dat een afweging van de wederzijdse belangen leidt tot afwijzing van deze vordering.”

Lees het arrest hier.

IEF 5236

Op eens anders auteursrecht

Hoge Raad, 27 november 2007, LJN: BB6400, Strafzaak.

Voor de liefhebber, louter strafprocesrechtelijk arrest met bedekking tot een verdachte die door het hof is veroordeeld voor o.a. het "medeplegen van het als beroep of bedrijf uitoefenen van het opzettelijk inbreuk maken op eens anders auteursrecht, meermalen gepleegd." De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeventien maanden en twee weken, alsmede tot een geldboete van vijftienduizend euro, subsidiair driehonderd dagen hechtenis. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verdachte.

Lees het arrest hier.

IEF 5211

Loket gesloten

Jurlok.gifRechtbank Rotterdam, 29 november 2007, KG ZA 07-944, Stichting het Juridisch Loket tegen de Stichting Paralegal Expertise & Management (met dank aan Gregor Vos, Klos Morel Vos & Schaap).

Wel gemeld, nog niet besproken. Handelsnaamrecht. Stichting Juridisch Loket kan zich beroepen op handelsnaamrechten omdat zij een onderneming in de zin van de Handelsnaamwet is. Paralegal kan geen ouder handelsnaamgebruik aantonen. Overdracht domeinnaam juridischloket.info bevolen.

Stichting Het Juridisch Loket is de opvolger van de voormalige Bureaus Rechtshulp en wordt gefinancierd door de Raad voor de Rechtsbijstand. De rechtbank neemt aan dat de naam sinds 1 mei 2004 door de eiser wordt gebruikt. De Stichting maakt bezwaar tegen het gebruik van de naam Juridisch Loket door gedaagde Paralegal. Paralegal stelt echter dat zij reeds vanaf 12 november 2003 de handelsnaam Juridisch Loket gebruikt, aangezien zij de naam op die datum heeft ingeschreven in het handelsregister. Voorts stelt zij op 31 januari 2004 de domeinnaam juridischloket.info in gebruik te hebben.

De Rechtbank gaat eerst in op de vraag of Stichting Het Juridisch Loket een onderneming is in de zin van de Handelsnaamwet en zij zich op handelsnaamrechten kan beroepen:

 

"4.1 Er is sprake van een onderneming in de zin van de Handelsnaamwet indien materieel voordeel wordt nagestreefd. Dit materieel voordeel dient ruim te worden verstaan. Het Juridisch Loket heeft ten doel het realiseren van een effectieve en efficiënte toegang tot een kwalitatief goed stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. In dat kader verstrekt zij gratis juridische informatie en advies aan mindervermogenden. Zij beoogt daarmee onder meer die groep de kosten die aan commerciële juridische dienstverlening zijn verbonden, te besparen. Dit is voorshands aan te merken als een streven naar materieel voordeel in bovengenoemde zin. Ter uitvoering van dit streven begeeft het Juridisch Loket zich op de markt van de juridische dienstverlening. Zij heeft een aandeel in die markt en op grond van haar doelstelling belang bij het behoud en versterking van dat marktaandeel. Een en ander leidt tot het voorlopig oordeel dat het Juridisch Loket een onderneming in de zin van de Handelsnaamwet is."

Paralegal slaagt er niet in aan te tonen dat zij de naam Juridisch Loket eerder gebruikte dan Het Juridisch Loket. Haar stelling dat er geen verwarring tussen beide stichtingen zou zijn, neemt de Rechtbank niet aan:

4.4 Dat het gebruik van de handelsnaam Het Juridisch Loket door het Juridisch Loket van oudere datum is dan het gebruik door Paralegal van de handelsnaam www.juridischloket.info. Dat betekent dat het Juridisch Loket vanaf juni 2004 bescherming toekomst op grond van artikel 5 Handelsnaamwet tegen het gebruik van jongere, op haar handelsnaam gelijkende handelsnamen, voor zover er bij het publiek verwarring van de ondernemingen te duchten is. Dat die verwarring in dit geval te duchten is, is evident. Dat Paralegal “verkeerde bezoekers” altijd doorverwijst naar het Juridisch Loket, wat daar ook van zij, doet daar, anders dan Paralegal lijkt te betogen, niet aan af. Integendeel. Het bevestigt het gevaar van verwarring alleen maar.

Verbodsvordering en vordering tot overdracht domeinnaam juridisch loket.info worden toegewezen, evenals de vordering tot vergoeding van de volledige proceskosten ad € 19.235,-,

Lees het vonnis hier.

IEF 5159

Herkomstaanduidingenrecht

“Jenever mag alleen nog worden gemaakt in Nederland of België en enkele Duitse en Franse provincies. Ministers van Landbouw geven jenever de status van beschermde geografische aanduiding. (…)  Toenmalig minister Cees Veerman (Landbouw) opperde een jaar geleden bij zijn EU-collega's om jenever tot beschermd product te verklaren. Niemand had bezwaar, ook bij wereldhandelsorganisatie WTO klonk geen protest.”

Lees hier meer (Telegraaf).

IEF 5137

Eerst even voor jezelf lezen

HvJ EG, 22 november 2007, zaak C-328/06, betreffende een Spaans verzoek om een prejudiciële beslissing in de procedure Alfredo Nieto Nuño tegen Leonci Monlleó Franquet.

“Het Hof van Justitie (Tweede kamer) verklaart voor recht: Artikel 4, lid 2, sub d, van de Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, moet aldus worden uitgelegd dat het oudere merk algemeen bekend moet zijn op het gehele grondgebied van de lidstaat waar het is ingeschreven of in een aanmerkelijk gedeelte ervan.”

Lees het arrest hier.

HvJ EG, 22 november 2007, conclusie A-G BOT  in zaak C-446/05. Belgische prejudiciële vragen in strafzaak tegen Ioannis Doulamis.

„De artikelen 81 EG, 3, lid 1, sub g, EG en 10, tweede alinea, EG, in onderlinge samenhang gelezen, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale wet die tandverzorgers verbiedt, in het kader van een vrij beroep of een praktijk voor tandverzorging in enige vorm, hetzij rechtstreeks, hetzij indirect, publieksgerichte reclame voor hun diensten te maken.

Een dergelijke regeling vormt daarentegen een beperking van de vrijheid van vestiging en van het vrij verrichten van diensten in de zin van de artikelen 43 EG en 49 EG. Deze beperking is gerechtvaardigd uit hoofde van de bescherming van de volksgezondheid wanneer de in geding zijnde nationale wetgeving tandverzorgers niet verbiedt een eenvoudige en neutrale vermelding te doen opnemen in een telefoongids of in een ander openbaar informatiemedium teneinde aan hun praktijk bekendheid te geven, zoals een vermelding van hun identiteit, de activiteiten die zij mogen uitoefenen, de plaats waar zij deze uitoefenen, hun werktijden en de mogelijkheden contact met hen op te nemen.”

Lees de conclusie hier.

IEF 5090

Eénééntwee

Webwereld.nl bericht: “SIDN schort uitgifte van nummerdomein 112.nl op in afwachting van de uitspraak in het proces tussen de Staat en Bram Heerink. De nieuwe numerieke variant, 112.nl, blijft wel gereserveerd voor de Staat.

De Staat is nog in een rechtszaak verwikkeld met Bram Heerink, al jaren eigenaar van www.112.nl. Dat domein werd hem in eerste instantie door de rechter ontnomen, maar hangende het hoger beroep heeft Heerink beslag laten leggen op het domein.

(…) Volgens SIDN staat hun beslissing overigens wel geheel los van de door de advocaat van Heerink aangebrachte argumenten. De gewraakte clausule in het 'numerieke Sunrise-reglement' waarin 112.nl wordt gereserveerd voor de Staat, artikel 2.3, wordt dan ook niet geschrapt, zoals Heerink had geëist. Dit bevestigt een woordvoerster van SIDN.

Lees hier  meer (ook over www.117.nl). Weblog Heerink hier.

IEF 5079

Hotelvredebreuk

O.a. BN DE Stem bericht: "Vier 15-jarige Bredanaars worden door de Amsterdamse digitale recherche verdacht van meubeldiefstal uit Habbo-hotel, een virtueel hotel op internet. Een jongen (17) uit Gennep is zelfs opgepakt, volgens de politie 'de eerste keer ooit ter wereld' dat iemand vast zat voor virtuele diefstal.

(...) De vijf tieners worden ervan verdacht voor 10.000 euro meubels uit kamers te hebben gestolen en in hun eigen kamers te hebben gezet. Het leverde 'heel veel verdriet bij de slachtoffertjes' op. "Voor sommigen is het hotel echt hun hele wereld", aldus Marion Strumpel van Habbo-hotel.

De vijf konden de meubels stelen door de wachtwoorden van de spelers te ontfutselen. De jongen uit Gennep deed dat door de site van Habbo na te maken, op het moment dat kinderen erachter kwamen dat de site nep was, hadden ze hun wachtwoord al ingetikt."

Lees hier meer.

IEF 5069

Actieve- en passieve toneelbeleving

Rechtbank Haarlem, Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer. 11 oktober 2007, LJN: BB6572.

Belastingzaak. Dinnergameshows vormen geen toneel- en / of muziekvoorstelling. Het verlaagde tarief van 6 procent is niet van toepassing. 

“5.5. De rechtbank komt tot het oordeel dat de dinnergameshows geen toneel- en / of muziekvoorstelling vormen, en wel om de volgende redenen. Uit de aparte vermelding in de Wet van het gelegenheid geven tot sportbeoefening en het bijwonen van sportwedstrijden en -demonstraties, leidt de rechtbank af dat de wetgever onderscheid heeft willen maken tussen actieve en passieve sportbeleving. Naar het oordeel van de rechtbank geldt dit onderscheid ook voor toneel- en muziekuitvoeringen, zodat alleen de passieve bijwoning van een dergelijke uitvoering voor het verlaagde tarief in aanmerking komt.

Nu de gasten uitdrukkelijk worden uitgenodigd om zelf toneel te spelen en deze actieve deelname de sleutel tot een geslaagde bijeenkomst vormt, kan niet worden gezegd dat de gasten toegang wordt geboden tot een toneeluitvoering. De rechtbank concludeert uit de ter zitting getoonde film dat indien de gasten onvoldoende meewerken, de dinnergameshow het best te omschrijven is als een diner met muzikale omlijsting (de muzikale boodschappen, showtunes en acts). Deze omlijsting is echter niet van een dergelijk artistiek niveau dat kan worden gesproken van de schepping, de interpretatie of de uitvoering van een muzikaal werk. De dinnergameshow kwalificeert dus evenmin als een muziekuitvoering.”

Lees het vonnis hier.