Procesrecht  

IEF 8097

Twitter en Facebook

Rechtbank Amsterdam 30 juli 2009, KG ZA 09-1092 WT/RV. Stichting BREIN tegen Neij c.s. (Met dank aan Stichting Brein, Douwe Groenevelt en Joris van Manen, De Brauw Blackstone Westbroek)

Auteursrecht. Gelijktijdig behandeld met IEF 8096. Verstek, mede dankzij gebruik van Twitter en Facebook.

"Omdat gedaagden niet op de daartoe voorgeschreven wijze in het geding zijn verschenen, kan op de door hen in voornoemde brief, ontvangen op 27 juli 2009, opgeworpen inhoudelijke verweren geen acht worden geslagen. Nu gedaagden uitdrukkelijk hebben bericht dat zij niet voornemens zijn te verschijnen (in persoon of vertegenwoordigd door een advocaat) kan de brief evenmin worden opgevat als de zuivering van een eventueel tegen gedaagde te verlenen verstek."

"De voorzieningenrechter kan in spoedeisende gevallen in kort geding toch verstek verlenen tegen een in het buitenland woonachtige gedaagde wanneer niet is voldaan aan de betekeningsvoorschriften, indien zoveel mogelijk is gewaarborgd dat de dagvaarding degene voor wie die is bestemd daadwerkelijk heeft bereikt en wel zo tijdig dat hij nog de mogelijkheid heeft verweer te voeren."

"Daarnaast heeft eiseres gebruik gemaakt van internetcommunicatie zoals Twitter en Facebook en, zoals hiervoor vermeld, e-mail. Bij elk van die berichten in de Engelse taal op de voor ieder van gedaagden bekende (internet)adressen heeft eiseres een link meegestuurd naar een speciaal gemaakte webpagina, slechts te openen door die link aan te klikken, waarop een volledige dagvaarding in de Zweedse taal is geplaatst. Deze webpagina is kort na het verzenden van de berichten op Twitter en Facebook en de e-mails bezocht door een gebruiker met een IP-adres dat wordt gehost door de organisatie piratebyran te Zweden, volgens eiseres de oprichter van The Pirate Bay"

"Geoordeeld wordt dat - tegen de achtergrond van het spoedeisende karakter van de vorderingen - voldoende is gewaarborgd dat gedaagden tijdig op de hoogte waren van deze procedure en kennis hebben kunnen nemen van de inhoud van de dagvaarding."

Het gevorderde komt niet onrechtmatig of ongegrond voor en wordt toegewezen. De proceskosten worden gesteld op EUR 40.000.

Lees het vonnis hier.

IEF 8091

De nadelige gevolgen van een ongunstige afloop

Rechtbank 's-Gravenhage 22 juli 2009, HA ZA 09-1300. Carodel N.V. tegen Zeeman Textielsupers B.V.

Vrijwaringsincident. Auteursrecht kledingstukken.

"Een vordering tot oproeping van een derde in vrijwaring is in beginsel toewijsbaar, indien voldoende gemotiveerd en concreet wordt gesteld dat men krachtens een rechtsverhouding met die derde recht en belang heeft om de nadelige gevolgen van een ongunstige afloop van de hoofdzaak geheel of gedeeltelijk op deze derde te verhalen. Gelet op het feit dat Zeeman zich beroept op haar rechtsverhouding met Shapes International en het feit dat het bestaan van die rechtsverhouding door Carodel niet wordt betwist, valt niet uit te sluiten dat Zeeman, indien de beslissing in de hoofdzaak voor haar nadelig zal uitvallen, verhaal heeft op Shapes International. De stellingen van Carodel doen hieraan niet af. De rechtbank zal de incidentele vordering Shapes International in vrijwaring te mogen oproepen derhalve toewijzen. Gelet op de in de hoofdzaak gevorderde proceskostenveroordeling overeenkomstig artikel 1019h Rv zal de rechtbank de beslissing omtrent de kosten in het incident aanhouden."

Lees het vonnis hier.

IEF 8090

Kleeft niet

Rechtbank Arnhem 27 juli 2009, KG ZA 09-411. Eurovite Nederland B.V. tegen Van Dijk c.s. (Met dank aan Bas Berghuis, Simmons & Simmons)

Bewijsbeslag. Misbruik van bedrijfsgegevens van oud-werknemer niet aangetoond. Geen belang tot afgifte of inzage ex 843a Rv. Geen 1019h Rv proceskosten.

Van Dijk is een voormalig werknemer van Eurovite, een bedrijf in tegellijm. Eurovite heeft conservatoir (bewijs)beslag laten leggen op 2 laptops, diverse USB-sticks, 1 pc en diverse papieren bescheiden en in gerechtelijke bewaring gegeven aangezien Eurovite vermoedt dat Van Dijk misbruik maakt van de bedrijfsgegevens van Eurovite, met name de recepten voor de 'Fobylijm'. Tevens vermoedt Eurovite dat Van Dijk het bij Eurovite opgebouwde klantenbestand heeft meegenomen op zijn laptop/pc, waarna hij klanten van Eurovite zou hebben benaderd voor Bruil, waar hij als adviseur werkzaamheden verricht.

Eurovite vordert onder meer verstrekking van afschriften en/of uittreksels van de (digitale) gegevens waarop beslag is gelegd, afgifte van de in beslag genomen zaken en de kosten van het geding inclusief de beslagkosten. Grondslag van de vordering is artikel 843 Rv.

De voorzieningenrechter oordeelt dat in dit kort geding niet aannemelijk is gemaakt door Eurovite dat Van Dijk op enige wijze onrechtmatig jegens Eurovite heeft gehandeld. Eurovite heeft dan ook vooralsnog geen rechtmatig belang bij de gevorderde afgifte. Ook is niet voldaan aan het vereiste dat het moet gaan om 'bepaalde bescheiden'. De gestelde schending van een geheimhoudingsplicht is niet gebleken. Het beslag wordt opgeheven.

Lees het vonnis hier.

IEF 8065

Zeepdispenser maakt inbreuk op koffiezetapparaat

Senseo - ZeepseoVzr. Rechtbank Arnhem, beschikking van 14 juli 2009, Koninklijke Philips Electronics N.V. tegen ALDI (met dank aan Claudia Zeri, Howrey).

Ex parte beschikking. Modellenrecht Auteursrecht. Eiser Philips maakt op grond van het aan haar toekomende model- en auteursrecht m.b.t. het Senseo koffiezetapparaat succesvol bezwaar tegen door de ALDI verhandelde electronische zeeppompjes (Zeepseo?).

Het verzoekschrift stelt o.a.: “12. De kenmerken die door Aldi zijn overgenomen in de vormgeving van haar product zijn bovendien geen van allen technisch bepaald. Het gaat hier om puur esthetische kenmerken, die opzettelijk zijn overgenomen teneinde aan te haken op de bekendheid van de Senseo. De ontwerper heeft, niettegenstaande een grote ontwerpvrijheid, geen onafhankelijke creatie op de markt gebracht, en in plaats daarvan gekozen om alles wat de Senseo qua vormgeving interessant maakte, over te nemen. Hiermee heeft Aldi geprofiteerd van de creativiteit van het ontwerp van de Senseo, en is dit dan ook het enige waar haar product (meer)waarde aan ontleent. “
 
De voorzieningenrecht wijst de vorderingen grotendeels toe: “Het gevorderde onder C wordt afgewezen omdat schending van art. 6:162 BW geen aanspraak op een voorziening ex art, 1019e Rv geeft. Het gevorderde onder A en B [ieder aanbod te staken, en te verbieden om op enigerlei wijze in Nederland en het overige gedeelte van de Benelux betrokken te zijn bij inbreuk – IEF] zal worden toegewezen, met dien verstande dat het gevorderde onder A en B    aldus wordt samengevoegd dat na het woord "Model" in onderdeel A de woorden "althans m.b.t. de auteursrechten van verzoekster" worden ingevoegd. Dit om te voorkomen dat één gebeurtenis, waarbij zowel sprake is van schending van een modelrecht als van een auteursrecht, zou leiden tot verbeurte van twee dwangsommen. De dwangsommen zullen worden beperkt tot een maximum van in totaal EUR 250.000,00.

Lees de beschikking hier. Oorspronkelijk verzoekschrift (met duidelijke afbeeldingen) hier.

IEF 8009

Hechter

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, ex parte beschikking van 19 juni 2009, KG RK 09-1621, Aulbach Lizenz AG c.s.

Merkenrecht. Kleding afkomstig van ex-licentienemer, zonder toestemming in de EER in het verkeer gebracht. “2.2. De overgelegde producties bieden voldoende grondslag voor het voorlopig oordeel dat kostuums onder het Gemeenschapsmerk DANIEL HECHTER zonder toestemming van verzoeksters in de EER zijn gebracht zijn verhandeld en door gerekwestreerden dreigen verder te worden verhandeld. De inbreuk op het merk Daniel Hechter is dan ook aannemelijk en dit rechtvaardigt het onder 1 gevorderde verbod.

2.3. Gelet op hetgeen in het verzoekschrift is aangevoerd is voldoende aannemelijk dat uitstel onherstelbare schade voor verzoeksters zal veroorzaken.” [Gederfde inkomsten en reputatieschade- IEF]

Lees de beschikking hier.

IEF 7993

Schrapen

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, Ex parte beschikking van 2 juni 2009, KG RK 09-1374, Worldyacht B.V. tegen Bohil Media B.V.

Databankenrecht. Botensite stelt dat andere botensite middels ‘scraping’ de advertenties van botenmakelaars die bij beide partijen betaald adverteren uit de databank van eiser opvraagt en hergebruikt op haar eigen site en in haar tijdschrift. Spoedeisendheid is gelegen in de door het scrapen veroorzaakte overbelasting van de systemen van eiser.

"2.2. Naar voorlopig oordeel maakt Bohil door het opvragen of hergebruiken van een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van de databank van Yachtfocus, zonder dat zij daarvoor van Yachtfocus toestemming heeft verkregen, inbreuk op het databankrecht van Yachtfocus. Gelet op hetgeen in het verzoekschrift onder randnummer 29 is aangevoerd, is voldoende aannemelijk dat uitstel onherstelbare schade voor Yachtfocus zou kunnen veroorzaken. Het verzoek zal dan ook worden toegestaan en wel op de wijze zoals hierna is verwoord.

(...) De voorzieningenrechter: 3.1. beveelt Bohil binnen drie dagen na de dag van betekening van deze beschikking de in het verzoekschrift bedoelde inbreuken op de databankrechten van Yachtfocus te staken en gestaakt te houden, in het bijzonder door te staken en gestaakt te houden het via internet opvragen en hergebruiken van de databank, al dan niet door tussenkomst van websites en/of databanken van derden, zoals in het verzoekschrift omschreven."

Lees de beschikking hier.

IEF 7959

Een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel

Rechtbank ’s-Gravenhage, ex parte beschikking van 4 juni 2009, KG RK 09-1420, AD Nieuwsmedia B.V. tegen GS Media B.V.
 
Databankenrecht. Het AD maakt succesvol bezwaar tegen publicatie op GeenStijl.nl van een link naar de jaarlijkse AD Misdaadmeter. Het AD had de misdaadmeter wel online gezet, maar nog niet als officiële publicatie (nog geen zichtbare links of aankondigingen op de nieuwspagina). Geen Stijl ontving de URL van een derde, linkte door naar de misdaadmeter en publiceerde, nadat de databank door het AD weer offline was gehaald, een screenshot en een link naar een externe site met  een kopie van de databank.

2.2. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat GS door het plaatsen op haar website van twee categorieën van de databank van AD (namelijk kinderporno en diefstal/inbraak box/garage/schuur/tuinhuis) alsmede van de browser cache waardoor directe integrale toegang wordt verschaft tot 19 categorieën, een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van de databank van AD opvraagt of hergebruikt zonder dat zij daarvoor van AD toestemming heeft verkregen en dat GS zodoende inbreuk maakt op het databankrecht van AD. Gelet op hetgeen in het verzoekschrift onder randnummers 27 en 29 is aangevoerd, is voldoende aannemelijk dat uitstel onherstelbare schade voor AD zou kunnen veroorzaken. Het verzoek zal dan ook in hoofdzaak worden gehonoreerd.

Lees de beschikking hier.

IEF 7957

Zie Koop Vlieg vs. Probeer Koop Zie

Vzr. Rechtbank Amsterdam, 5 juni 2009, ex parte beschikking inzake N.V. Luchthave Schiphol c.s. tegen Optitrade Holding B.V.  & Oogmerk Marketing (Met dank aan Sophie van Loon, Kennedy Van der Laan).

Merkenrecht. Gedaagden Optitrade/Oogmerk gebruiken een logo en slogan TRY BUY SEE voor een reclamecampagne voor zonnebrillen. Schiphol, merkhouder van SEE BUY FLY woord- en beeldmerken See Buy Fly, maakt succesvol bezwaar tegen dit gebruik.

“Gezien aangehecht verzoekschrift: Beveelt gerequestreerden sub 1 en 2 om binnen twee werkdagen na betekening van deze beschikking zich te onthouden van ieder gebruik van de woordcombinatie en de afbeelding 'TRY BUY SEE', zoals omschreven in het aangehechte verzoekschrift;'

beveelt gerequestreerden sub I en 2 om binnen twee werkdagen na betekening van deze beschikking telefonisch en schriftelijk de individuele deelnemers van de OOGMERK keten te vragen ieder gebruik van de woordcombinatie en de afbeelding 'TRY BUY SEE', zoals omschreven in het aangehechte verzoekschrift, te staken en gestaakt te houden, inclusief, maar niet beperkt tot het verwijderen van reclamemateriaal met bedoelde tekens en/of afbeelding uit de desbetreffende winkel; veroordeelt gerequestreerden sub 1 en 2 hoofdelijk tot betaling aan verzoeksters van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 5.000,-- (zegge vijfduizend euro) voor iedere dag of gedeelte van een dag dat gerequestreerden 1 en / of 2 in strijd handelen met de hiervoor gegeven bevelen, met een maximum van € 50.000,--; ”  

bepaalt de termijn zoals bedoeld in artikel 1019i Rv en artikel 50 lid 6 TRIPS op 3 (zegge drie) maanden na betekening van deze beschikking; verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad; wijst het meer of anders verzochte af.

Lees de beschikking hier.

IEF 7875

In Nederland ten uitvoer worden gelegd

Daan de LangeDaan de Lange, Brinkhof: Noot bij Hoge Raad, 7 november 2008, LJN: BD7584, Realchemie / Agrar. (Gepubliceerd in JBPr 2009/2).

“Kan een kostenveroordeling van een Duitse einstweilige Verfügung in Nederland ten uitvoer worden gelegd? Om die vraag draaide het in deze zaak. De Hoge Raad heeft er zijn arrest (tevens gepubliceerd in NJ 2008/579), weinig woorden voor nodig. Het ligt echter m.i. iets gecom-pliceerder dan hij (in het voetspoor van Advocaat-Generaal Strikwerda) het doet voorkomen. In deze noot wil ik (1) iets zeggen over het systeem van tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke beslissingen onder de EEX-Verordening (Verordening (EG) 44/2001, PbEG 2001, L 012, hierna het ‘EEX’), (2) de casus kort behandelen, (3) het onderhavige arrest bespreken in het licht van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (‘HvJ’) en (4) kort stil staan bij andere Communautaire regelgeving op het gebied van procesrecht.”

(…) De implementatie van de Handhavingsrichtlijn heeft in Nederland gezorgd voor de introductie van het ex parte verbod (art. 1019e Rv), naar analogie van de Duitse ‘einstweilige Verfügung’. Als de onderhavige beslissing van de Hoge Raad zou worden gevolgd door buitenlandse rechters, zouden verboden op basis van art. 1019e Rv in andere EU-landen kunnen worden erkend en ten uitvoer worden gelegd."

Lees de noot hier. Lees het arrest hier.

IEF 7869

Consistentie van de uitspraken is geboden

Nintendo Racetrack LogoRechtbank ’s-Gravenhage, 8 april 2009, HA ZA 09-348, Nintendo Co. Ltd c.s. tegen Turksma & Partners Reclamebureau Noord B.V.

Verknochtheid. Procesrechtelijk incident in zaak over gestelde inbreuk op auteurs- en merkrechten Nintendo.

4.1. Krachtens artikel 222 Rv kan onder meer voeging van zaken worden gevorderd, indien voor dezelfde rechter verknochte zaken aanhangig zijn. Van verknochtheid is sprake, wanneer de feitelijke of juridische geschilpunten in beide zaken identiek zijn dan wel een zodanige samenhang vertonen dat consistentie van de uitspraken is geboden. Naar het oordeel van de rechtbank voldoet de incidentele vordering aan het bepaalde in artikel 222 Rv.

De onderhavige zaak en de bodemprocedure zijn beide voor dezelfde rechter aanhangig. Beide zaken zijn daarenboven aan elkaar verknocht, aangezien zij beide betrekking hebben op inbreuk op de aan Nintendo toebehorende auteurs- en merkrechten alsmede op onrechtmatig handelen jegens Nintendo ten gevolge van het importeren en verhandelen van omzeilingsmiddelen zoals Game Copiers. De incidentele vordering zal bijgevolg worden toegewezen.

Lees het vonnis hier.